Nederland verkeert in een woningnoodramp en iedereen schreeuwt moord en brand om betaalbare woningen. De creatieve zoekoptocht naar snelle oplossingen wordt nog eens extra bemoeilijkt door de grote stroom vluchtelingen uit Oekraïne en de rest van de wereld. Hoe kan het dat er nu wel op eens kantoren kunnen worden omgebouwd en er voor tienduizenden mensen woonruimte uit de grond wordt gestampt zijn legitieme en veelgehoorde vragen. Het creëren van onderdak als oplossing voor een humanitaire ramp kan echter niet worden vergeleken met het realiseren van permanente woningen die voldoen aan het Bouwbesluit. Al zou het wel de moeite waard zijn om snel te onderzoeken wat de mogelijkheden op lange termijn zijn als de wereld weer in wat rustiger vaarwater verkeert en de huidige bewoners hopelijk weer veilig naar hun eigen vaderland terug kunnen.
Hoe maak je betaalbare nieuwbouw die niet saai is?
De recente geschiedenis laat een constante golfbeweging zien waarbij een afweging wordt gemaakt tussen snelheid, betaalbaarheid en architectuur. In de wederopbouwfase na de oorlog werden vele kleine woningen gebouwd om in de grote behoefte te voorzien. Deze “tijdelijke” woningen zijn her en der nog steeds te bewonderen. Ook al blinken ze niet uit in diversiteit het zijn wel vaak herkenbare wijken met een orthogonale verkavelingsstructuur op mooie plekken in de stad waar mensen graag wonen. In de meer recente tijd kwam er rijksbeleid dat elke woning anders moest zijn wat een zowel afwisselend, levendig als chaotisch straatbeeld opleverde en de betaalbaarheid bepaald niet ten goede kwam. Vervolgens dreigt er nu in tijden van prefabwoningen weer eenheidsworst te ontstaan die vooralsnog duurder is dan reguliere bouw vanwege de torenhoge houtprijzen. Allemaal niet nodig!
Een betaalbare woning is onbetaalbaar!
Uiteraard is het verstandig om niet elke keer opnieuw het wiel uit te vinden. Woningen die goed genoeg zijn voor de ene gemeente zijn dan veelal ook in een andere. Niet elke keer een ellenlang vergunningstraject in, bevordert zowel de snelheid van ontwikkelen als de betaalbaarheid van de woning. Maar woningen gebouwd vanuit eenzelfde basisprincipe met bewezen installatieconcept kunnen er ook nog eens op een heel eenvoudige manier per locatie anders uit zien.
Nieuwe manieren van leven waar je samen jezelf kunt zijn met gemeenschappelijke voorzieningen en diensten. Inspelen op de vraag vanuit de jeugd die meer hangen aan gebruik dan aan bezit. En compacte, duurzame leefruimtes creëren die bij het bekomen van een eerste kind aanleiding geven om te verhuizen.
Maar wat doen we met de betaalbare woning als melkkoe?
Ik ben er vast van overtuigd dat we dit soort betaalbare woningen ook vandaag de dag nog kunnen ontwikkelen en bouwen. Met beperking van de grondprijzen en een vorm van standaardisatie die niet standaard is. Een compacte, duurzame “nul-op-de-meter”-woning met een grote ruimtelijke beleving en flexibiliteit in woningplattegronden.
Een kleine privé-buitenruimte en gemeenschappelijk groen waar mensen van verschillende doelgroepen elkaar kunnen ontmoeten. Zo’n woning van 250 duizend euro kunnen we echt nog steeds wel bouwen. Maar de marktprijs van zo’n woning is al snel 350 duizend euro. Moeten we ons eens niet gaan buigen over de vraag wie er met deze eigentijdse variant van de “jubelton” gaat lopen.
Als we het er allen over eens zouden zijn hoe die poet eerlijk verdeeld kan worden dan zijn we alweer een stap verder.